Net als de gezondheid van een individu is gezondheidszorg misschien wel het meest complexe systeem dat we ooit hebben gecreëerd. En als gevolg van onze levenslange aspiraties en de noodzaak om onze eigen gezondheid te verbeteren, te behouden of te behandelen, hebben de systemen waarop we daarvoor vertrouwen een snelle evolutie doorgemaakt.

Zo reikt de levenswetenschappen, ooit het domein van planten, dieren en mensen, nu verder dan pure biologie – technologie, farmaceutica en milieuonderzoek worden gecombineerd met deze studie van levende organismen. Dit heeft op zijn beurt geleid tot een wildgroei aan nieuwe en interdisciplinaire specialisaties, zoals biomedische apparatuur, draagbare technologie en virtual reality voor medisch gebruik.

Naarmate we ouder worden, ons aanpassen aan nieuwe omgevingen, worden blootgesteld aan nieuwe gezondheidsbedreigingen en de kennis over het menselijk lichaam en de aandoeningen die het aantasten toeneemt, zien we niet alleen een renaissance in hoe deze systemen praktisch een duurzame en verbeterde gezondheid mogelijk maken, maar hebben we ook een geheel nieuw begrip ontwikkeld van hoe we reageren, hoe we reageren en zelfs voelen als reactie op deze interventies.

Dit heeft geleid tot een geleidelijke verschuiving van ‘levenswetenschappen’ naar ‘levensdiensten’; een heroriëntatie van genezing naar preventie, gedreven door data. De perfecte combinatie van groeiende kennis, nieuwe technologie en een databoom heeft de weg vrijgemaakt voor een steeds groeiende vraag naar een gepersonaliseerde aanpak van gezondheidsmanagement.

Zozeer zelfs dat de term ‘gepersonaliseerde gezondheidszorg’ zelfs een soort modewoord is geworden, waarover in alle facetten van de life sciences- en gezondheidssector wordt gesproken en nagedacht. In veel gevallen wordt dit simpelweg gezien als het leveren van diensten op maat, gebaseerd op een individu en zijn of haar behoeften. Naarmate we echter meer te weten komen over mensen en hen beter begrijpen, wordt het duidelijk dat een echt gepersonaliseerde zorgbenadering juist de nadruk legt op vertrouwen.

Als antwoord op deze behoefte aan vertrouwen en transparantie in het nieuwe digitale, datagedreven tijdperk, willen mensen toegang hebben tot en controle hebben over hun eigen gezondheids- en persoonlijke informatie, waardoor ze de macht en de mogelijkheid krijgen om een ​​centrale rol te spelen in de besluitvorming over hun eigen zorg en welzijn.

Dit nieuwe begrip en deze nieuwe toegang tot gevoelige en persoonlijke gegevens brengen een steeds grotere verantwoordelijkheid met zich mee voor de gezondheidszorg en life sciences: er moet een goede ethische balans worden gevonden tussen het beschermen van de privacy van individuen en het genereren, gebruiken en delen van de persoonlijke gegevens die nodig zijn om het systeem verder te ontwikkelen, en het ondersteunen van individuen op hun weg naar een betere gezondheid en levenskwaliteit.

Wat betekent dit alles op de lange termijn? In wezen bouwen we een systeem om de levensverwachting en het welzijn te optimaliseren. Denk aan de recente toename in de populariteit van draagbare technologie die het aantal stappen registreert. Het proberen te halen van de vaak aanbevolen 10.000 stappen per dag kan mensen stimuleren om kleine veranderingen door te voeren, zoals pauzes nemen, naar buiten gaan, de trap nemen of zelfs concurreren met vrienden. Al deze acties zijn bewuste beslissingen, genomen dankzij een technologisch apparaat. De gegenereerde data kunnen op hun beurt ook gemakkelijk worden gedeeld met een zorgprofessional en worden gebruikt om besluitvormingsprocessen met betrekking tot gezondheidszorg en innovaties te informeren. Uiteindelijk draagt ​​dit allemaal bij aan het kunnen nemen van collectieve en individuele beslissingen die leiden tot een gezonder, gelukkiger – en langer – leven.