AI zorgt voor minder starterjobs

De afgelopen maanden kwamen de bezorgdheden rond AI niet uit de lucht gevallen: jonge mensen lijken steeds moeilijker aan de bak te raken, terwijl oudere collega’s relatief veilig zitten. Is dit paniekzaaierij of zien we een echte omwenteling op de arbeidsmarkt? Het antwoord komt uit Stanford, waar Erik Brynjolfsson met z’n team een grootschalig onderzoek uitvoerde naar de impact van AI op werk, met een focus op startersbanen.

Data uit miljoenen lonen

Brynjolfsson en co werkte samen met ADP, Amerika’s grootste loonverwerker, en krijgen zo een inkijk op de loopbaan van miljoenen werknemers. Het is het eerste echte realtime onderzoek dat pas afgestudeerden softwareontwikkelaars of customer service-profielen over een periode van enkele jaren volgt, tot midden 2025.

Deze kanaries in de koolmijn zijn jonge werkzoekenden tussen 22 en 25 jaar. Zij vangen de eerste klappen op wanneer technologische revoluties arbeidsmarkten op hun kop zetten.

Feit 1: jonge werknemers worden het hardst geraakt.

In de sectoren die het meest blootgesteld zijn aan AI (softwareontwikkeling, marketing of customer service) zijn jobs voor 22- tot 25-jarigen zijn sinds eind 2022 met 13 tot zelfs 20% afgenomen. Meer ervaren werknemers blijven grotendeels gespaard of groeien zelfs in aantal.

  • Softwareontwikkeling: verloor bijna 20% van zijn jonge starters in minder dan 2,5 jaar.
  • Customer service: toont gelijkaardige dalingen bij jonge starters, terwijl oudere profielen hun positie behouden of juist versterken.
  • Hands-on jobs: beroepen als zorgkundigen of technisch onderhoud blijven wél groeien bij instromende jongeren.

Dit effect is zo opvallend dat jonge starters voor het eerst minder kans maken op een job dan de gemiddelde werkzoekende.

Feit 2: Groeipad stokt sinds de AI-doorbraak

Jobs voor jongeren zijn sinds de snelle opkomst van generatieve AI minder gegroeid. In beroepen die minder makkelijk te automatiseren zijn, blijven jongeren net zo makkelijk binnenstromen als oudere werknemers. In de AI-gevoelige functies is het echter omgekeerd: jongeren verliezen terrein, terwijl oudere profielen 6 tot 12% groei noteren.

Feit 3: Automatisering heeft een negatief effect, AI als hefboom werkt positief

Niet elke AI-oplossing betekent massale banenafbouw. De studie maakt een onderscheid tussen:

  • Automatiserende AI: systemen die taken overpakken van mensen (bijvoorbeeld code genereren, routinetaken afwerken).
  • Augmenterende AI: toepassingen die taken ondersteunen en verrijken (bvb. een AI-assistent die helpt om fouten op te sporen of kennis te verdiepen).

Bij banen waar AI vooral taken automatiseert, daalt het aantal starterjobs. In jobs waar AI ondersteuning biedt zoals management en onderhoud blijft de jobgroei voor jong talent wel overeind.

Feit 4: De effecten zijn robuust over sectoren heen

Brynjolfsson zocht actief naar andere verklaringen: COVID, herstructureringen, opleidingen die uitlopen, sectorale dips, kantoorheropeningen… Geen van deze factoren verklaart de scherpe, plotsklapse terugval bij jongeren die veel sterker is dan bij oudere collega’s in dezelfde functie. De trend is het meest zichtbaar vanaf de doorbraak van generatieve AI.

Feit 5: Jobs verdwijnen maar lonen blijven stabiel

Zowel jongeren als ouderen houden gemiddeld hun loon, ongeacht hoeveel AI invloed heeft op hun job. De arbeidsmarkt past zich voorlopig vooral aan via minder aanwervingen en jobverlies, niet via loonsverlagingen. Waarom de lonen op niveau blijven, is voer voor verder onderzoek.

Feit 6: Universele trend, maar starters het duidelijkst getroffen

Oudere werknemers, met meer ervaring en opgebouwde “tacite kennis” (kennis uit de praktijk die je niet uit een handleiding haalt), lijken minder makkelijk vervangen te worden. Bedrijven experimenteren makkelijker met het uitstellen van nieuwe aanwervingen dan met het ontslaan van bestaande medewerkers.

Waarom voelen jongeren het harder?

Er zijn verschillende verklaringen. AI is beter in boekenkennis. Dit is de kennis die je in je eerste jobs inzet. Impliciete stille kennis, vaardigheden opgedaan door jaren ervaring, zijn moeilijker te vervangen door een chatbot of algoritme. Bedrijven lijken bovendien in een soort afwachtmodus: men test wat AI doet voor de workflow, maar kiest voorlopig om voorzichtig te zijn met het aantrekken van starters, eerder dan meteen oudere medewerkers te vervangen.

Dit verklaart waarom in minder AI-gevoelige beroepen zoals gezondheidszorg, jong talent vandaag sneller doorgroeit dan ooit.

Is het glas halfleeg of halfvol?

Moeten jonge mensen massaal van carrière switchen? Zo dramatisch ziet het er niet uit, want het onderzoek nuanceert ook: technologische versnellingen brengen altijd tijdelijke schokken. Vaak worden jobs vervangen door andere rollen, of verzacht de impact naarmate bedrijven en werknemers slimmer samenwerken met nieuwe technologie.

Sectoren waar AI niet enkel menselijk werk overneemt, maar het versterkt, blijven interessante instapmogelijkheden bieden. Denk aan supportfuncties die een brug slaan tussen technologie en persoonlijk contact, innovatieve jobs waar AI een hulpmiddel is, geen concurrent.

En nu?

Brynjolfsson en zijn team pleiten voor beleid en opleiding die inzet op AI-vaardigheden. Niet alleen leren hoe AI werkt, maar vooral hoe je ermee samenwerkt als, om uniek te blijven naast de algoritmes.