Een frisse kijk op artificiële intelligentie: Benedict Evans fileert de hype
De naam Benedict Evans zegt elke technologieliefhebber of innovator in Vlaanderen wel iets. Een maand geleden gaf hij nog een gesmaakte presentatie op Supernova in Antwerpen. Al jaren prikt hij als geen ander door de buzzwoorden heen en serveert hij scherpe analyses over alles wat in de digitale wereld broeit. Zijn laatste presentatie over artificiële intelligentie (Mei 2025) vind je hieronder en is nu al voer voor debat op elk startupevent van Gent tot Silicon Valley. Maar wat maakt zijn visie nu zo opmerkelijk en vooral waarom moeten onze Vlaamse bedrijven, onderzoekers en beleidsmakers écht luisteren?
Het grote AI-paradox: iedereen heeft het geprobeerd, maar wie gebruikt het écht?
Evans start zijn analyse met een pittige vaststelling die velen zal verrassen: ondanks de gigantische hype rond tools zoals ChatGPT – en het feit dat tot tweederde van de wereldbevolking er ooit op heeft geklikt – is het merendeel van de gebruikers na hun eerste nieuwsgierigheid gewoon afgehaakt. Vergelijk het met een Zwitsers zakmes in je schuif: je hebt het… maar je vraagt je af wat je er verder mee moet. En nee, volgens Evans is dat geen mislukking – het is nu eenmaal het typische parcours van revolutionaire technologieën. Herinner je je de smartphone, die ook langzaam zijn weg vond tot in elke broekzak, en ook sceptisch onthaald werd.
De investeringsgolf: honderden miljarden op hoop… en FOMO
Wat de tongen nog meer losmaakt, zijn de fenomenale bedragen die bedrijven als OpenAI waard zijn, zonder dat de wereld exact weet hoe ze winst gaan maken. Evans illustreert scherp hoe technologiebedrijven nu miljarden uitgeven aan AI, vooral uit schrik om de boot te missen: “Ik wil niet in een wereld leven waarin anderen sneller gaan dan wij.” Die investerings-FOMO jaagt de sector vooruit, zelfs zonder duidelijke businessmodellen.
Niemand weet écht waar hij mee bezig is (en dat is oké)
Volgens Evans is zelfs bij bedrijven met de grootste AI-budgetten – denk aan Accenture of Google – nog lang niet alles duidelijk afgebakend. Ze gooien massaal spaghetti tegen de muur: wat blijft plakken, telt voort. Het gevolg? Gebruikers worden vaak als proefkonijn ingezet om zelf uit te vissen waarvoor AI best dienst doet. “Het is als auto’s verkopen nog vooraleer er wegen zijn”, klinkt het cynisch.
Tot slot: waarom Evans het juist heeft (en wat ons nog te wachten staat)
Evans vat het scherp samen: de grootste vergissing is te geloven dat iemand het magische recept al in handen heeft. AI zal de komende jaren net zo veel veranderen als het gewone leven, maar heel onzichtbaar, niet in een plotse knal. Loop dus niet verloren in headlines, maar investeer in vaardigheden, samenwerking, kritische geest en een stevige portie Vlaamse boerenverstand.