Europe, we’re f*cked!
Elk jaar brengt Nathan Benaich van Air Street Capital een lijvige presentatie uit over AI. Ook dit jaar brengt het State of AI Report 2025 vier dimensies van het AI-ecosysteem in kaart: onderzoek, industrie, politiek en veiligheid. Europa wordt bitter weinig vermeld in deze presentatie.
De wereld bevindt zich midden in een intense concurrentiestrijd over kunstmatige intelligentie. De AI wedloop wordt gedomineerd door de technologische en financiële slagkracht van de Verenigde Staten en China. Europa worstelt met een fundamenteel dilemma. Het heeft de ambitie om een normatieve supermacht te zijn, maar worstelt met haar groeiende technologische afhankelijkheid. Europa heeft de mond vol over soevereine AI maar is die droom realistisch?
Strategische afhankelijkheid door een tekort aan kapitaal
Durfkapitaal is de potgrond voor de ontwikkeling van soevereine AI-capaciteit. VC’s zorgen dat organisaties kunnen experimenteren, schalen en de exponentiële rekenkracht kunnen financieren die nodig is voor de ontwikkeling van geavanceerde LLM’s.
De cijfers over de verdeling van private AI-financiering in 2025 zijn ontluisterend. Van de totale wereldwijde investering van $133 miljard ging $109 miljard (82%) naar bedrijven in de Verenigde Staten. Het gecombineerde aandeel van Europa en het Verenigd Koninkrijk bedroeg slechts $12 miljard (net onder 9%), terwijl China’s aandeel uitkwam op $5 miljard (net onder 4%). 60% van dit kapitaal vloeide naar GenAI-bedrijven en AI-labs.
Dit tekort aan kapitaal is meer dan een getal. Het is de directe oorzaak van de infrastructuur- en rekenkrachtkloof die Europese R&D verstikt voordat deze kan beginnen. Een hypotheek op output van R&D.
Onderzoek en ontwikkeling, waar is de innovatiekracht van Europa
Technologisch leiderschap in de huidige AI-race wordt bepaald door de ontwikkeling van foundation models zoals ChatGPT, Claude en Deepseek. De productie van dergelijke modellen is een directe maatstaf voor de innovatiekracht en digitale soevereiniteit van een regio.
De Verenigde Staten loopt voorop met 40 grote modellen. China volgt met 15 modellen, terwijl de Europese Unie er slechts 3 heeft. Deze beperkte output is een direct gevolg van het gebrek aan onderliggende infrastructuur.
De ontwikkeling en training van geavanceerde AI vereisen enorme hoeveelheden rekenkracht. De VS heeft 17 keer meer rekenkracht dan de EU. Dit creëert een innovatiewoestijn waarin het onmogelijk is om op het hoogste niveau te concurreren. Deze groeiende kloof in innovatie te wijten aan een tekort aan kapitaal en rekenkracht, resulteert in een ecosysteem waar toptalent geen uitdagingen of middelen van wereldklasse kan vinden met een braindrain als gevolg.
Regelgeving, waar Europa wel sterk in is
Omdat Europa niet technologisch en financieel kan dominaneren, heeft het een ander strategische doel gekozen: wereldleider worden in regelgeving met de EU AI Act.
Deze reguleringsdrang leidt tot aanzienlijke spanningen binnen de EU. Macron waarschuwt dat we aan het overreguleren zijn. Er is een conflict tussen het door Brussel geleide streven naar leiderschap in regelgeving en de pragmatische bekomernis van nationale leiders die vrezen dat regelgeving contraproductief werkt en de technologische afhankelijkheid verder verankert.
De strijd tegen de brain drain
Het succes van een AI-ecosysteem hangt af van de aanwezigheid van toptalent. De vraag voor Europa is of het in staat is om het menselijk kapitaal dat nodig is voor digitale soevereiniteit aan te trekken en te behouden.
De cijfers schetsen een zorgwekkend beeld van een structurele talentvlucht. Europa beschikt over een uitstekend onderwijssysteem. 22% van ’s werelds toonaangevende AI-onderzoekers heeft in Europa gestudeerd. Het probleem ontstaat na het afstuderen, want slechts 14% van deze toponderzoekers blijft in de EU werken. Europa is een fantastische kweekvijver maar slaagt er niet in de vruchten van de investering in opleiding te plukken.
De voornaamste oorzaak van de leegloop is de loonkloof. De salarissen voor softwareontwikkelaars in de Verenigde Staten zijn 2 tot 4 keer hoger dan in Europa. Dit verschil in beloning maakt het voor Europese ecosystemen onmogelijk om te vechten voor het beste talent. Europe heeft een gebrek aan menselijk kapitaal om digitale soevereiniteit na te streven. Een extra strategische kwetsbaarheid voor de lange termijn.
De laatste van de klas
De analyse van de data uit het “State of AI Report 2025” levert een ontnuchterend beeld op. Terwijl de Verenigde Staten hun dominantie uitbouwen en China zich consolideert als de duidelijke nummer twee, wordt de Europese positie bepaald door een reeks structurele zwaktes.
De belangrijkste conclusies van dit rapport zijn:
- Een onoverbrugbare kloof in soevereine capaciteit: Europa volgt op aanzienlijke afstand van de VS op het gebied van investeringen, R&D-output en rekenkracht. Dit tekort is geen tijdelijke achterstand maar een structureel probleem.
- Regulator versus innovator: De EU zet de AI Act in als haar belangrijkste instrument. Innovatie wordt verstikt zonder dat je een eigen product hebt om te reguleren.
- Structurele talentvlucht: De brain drain gedreven door een diepe loonkloof met de VS.
- Verspild potentieel: Europese startups hebben een vergelijkbare groeikracht als hun Amerikaanse tegenhangers tijdens de startfase. Het innovatief potentieel is er maar wordt niet optimaal benut.
Zonder een drastische heroriëntatie naar het stimuleren van kapitaal, infrastructuur en het behouden van talent, wordt Europa een goed gereguleerde maar technologisch irrelevante toeschouwer in de AI-revolutie.